Je hebt twee armen en je hebt twee benen,
Je hebt tien vingers en je hebt tien tenen.
En honderdduizend haren op je hoofd
Je mag ze tellen als je ‘t niet gelooft (2x).

Je hebt twee knieën en twee ellebogen,
Je hebt twee handen en je hebt twee ogen.
En honderdduizend haren op je hoofd
Je mag ze tellen als je ‘t niet gelooft (2x).

Je hebt twee lippen en je hebt twee oren,
Je hebt één neusje en dat zit van voren.
En honderdduizend haren op je hoofd.
Je mag ze tellen als je ‘t niet gelooft.
Je mag ze rustig tellen allemaal,
Alleen niet bij mijn oom want die is kaal!

m. Jean van Vugt
t. Marianne Busser & Ron Schröder